Thuiszorgmedewerkers zijn gemotiveerd om oudere cliënten voedingsadvies te geven en hen te ondersteunen bij het maken van gezonde keuzes. Ze hebben daarvoor wel extra kennis nodig, en tijd om mensen te begeleiden. Dat concluderen onderzoekers van Wageningen University & Research na een verkennende studie uitgevoerd samen met de Regiocampus binnen het PPS-project Gezonde voeding in zorg en horeca: implementatie van voedingsinterventies in intramurale zorginstellingen.

Een betere gezondheid, een hogere kwaliteit van leven en daardoor langer zelfstandig thuis kunnen wonen: ook op latere leeftijd loont het om gezond te eten. Toch eten veel thuiswonende ouderen in ons land niet volgens de richtlijnen, zo blijkt uit de Voedselconsumptiepeiling van 2010-2012. Vooral de consumptie van groenten, fruit, volkorenproducten en zuivel laat te wensen over. ‘Veel ouderen beseffen niet hoe belangrijk gezond eten is. Ze weten vaak ook niet wat het precies inhoudt,’ zegt Lonneke Janssen Duijghuijsen, onderzoeker Voeding & Gezondheid bij Wageningen University & Research. ‘Met laagdrempelig voedingsadvies is bij deze groep waarschijnlijk veel gezondheidswinst te behalen.’

Voedingsadvies
Vanuit die gedachte inventariseerde een onderzoeksteam van Wageningen University & Research of voedingsadvies meegenomen kan worden in de thuiszorg die gemeentes ouderen aanbieden. De onderzoekers trainden huishoudelijke hulpverleners (HV’ers) van twee thuiszorgorganisaties – De Zorgzaak en PGVZ – in hoe ze hun cliënten konden ondersteunen bij het maken van gezonde voedingskeuzes. Ze brachten daarnaast factoren in kaart die hen hierbij in de praktijk stimuleerden of juist belemmerden. Dat deden ze aan de hand van een vragenlijst onder ruim 600 thuiszorgmedewerkers – huishoudelijk hulpverleners, verzorgenden en sociaal begeleiders – door heel Nederland.

Gemotiveerd
Een ruime meerderheid van de thuiszorgmedewerkers (60-86%) blijkt gemotiveerd om cliënten voedingsadvies te geven en hen te ondersteunen bij het maken van gezonde keuzes. Opvallend genoeg verwacht slechts 20% dat cliënten er voor open staan. Ongeveer de helft (40-60%) denkt zelfs dat mensen helemaal niet zitten te wachten op voedingsadvies. Desondanks denkt 30-40% het gedrag van cliënten er wel degelijk positief mee te kunnen beïnvloeden.

Meer kennis
Huishoudelijk hulpverleners die de training om voedingsadvies te geven volgden, geven aan dat cliënten daadwerkelijk geholpen zijn met de informatie en tips die ze geven. Uit de antwoorden op de vragenlijst blijkt daarnaast dat 66% van de (sociaal) begeleiders en 61% van de verzorgenden nu al over voldoende kennis denkt te beschikken om cliënten tips en informatie te geven over een gezond eet- en drinkpatroon. Bij huishoudelijk hulpverleners ligt dit percentage met 44% wat lager.

Positief gestemd
Sociaal begeleiders en verzorgers zijn positiever gestemd over het geven van voedingsadvies dan huishoudelijk hulpverleners. In deze groep denkt slechts 23-41% dat voedingsadvies geven qua tijd niet haalbaar is, tegen een kleine 60% bij de huishoudelijk hulpverleners.

Oog voor belemmeringen
‘We verwachten dat sociaal begeleiders en verzorgenden thuiswonende ouderen goed kunnen helpen bij gezonder eten,’ zegt Marieke Meeusen, projectleider van het PPS-onderzoek en verbonden aan Wageningen University & Research. Het is daarbij wel belangrijk om oog te hebben voor de meest genoemde belemmeringen bij cliënten. Die denken bijvoorbeeld dat gezond eten niet lekker is, of te duur. ‘Tips en lekkere recepten zouden die barrières kunnen slechten,’ aldus Meeusen. Cliënten geven bij de thuiszorg ook aan dat ze geen plezier halen uit het alleen koken en eten (eenzaamheid) en zijn vaak afhankelijk van de maaltijdservice. Hen attent maken op initiatieven bij hen in de buurt, bijvoorbeeld om samen te eten en te koken, kan dan helpen.

Lokaal Preventie Akkoord
Carly Craanen, beleidsregisseur Gezondheid en Welzijn bij de gemeente Meppel: ‘We zijn blij met hoe dit onderzoek is verlopen en met de resultaten. Het was een uitdaging om deze studie in coronatijd, waarin veel gevraagd werd van het zorgpersoneel, toch met succes af te ronden. Daarvoor onze complimenten. Het onderzoek laat zien dat het scholen van zorgpersoneel niet alleen winst oplevert voor de zorgvrager, maar ook voor medewerkers zelf: het geeft hen inzicht in hun eigen gedrag en voedingspatroon. De studie leert ons ook dat het onderhouden van trainingen raadzaam is voor het zelfvertrouwen van de zorggever. We hebben de uitkomsten meegenomen in ons lokale Preventie Akkoord. Het initiatief is om met ouderen te koken, met hen het gesprek aan te gaan over gezond eten en het maken van keuzes, en om met hen te bewegen. Vanuit het lokale Preventie Akkoord bieden wij een aanjaagbudget. Het is de bedoeling dat dit een vast onderdeel wordt bij Meppel Actief. Dat komt de mentale fitheid en weerbaarheid van ouderen ten goede.’

Partners
De studie is uitgevoerd binnen het project Gezonde voeding in Zorg en Horeca: implementatie van voedingsinterventies in intramurale zorginstellingen. Het gaat om een publiek-private samenwerking (PPS) met acht partners: Wageningen University & Research, Regiocampus, Ondernemerspunt, De Zorgzaak, PGVZ, Gemeente Meppel, Gemeente Steenwijkerland en de Gemeente Westerveld.

Deel dit bericht